In het geval van onvoldoende effect en/of onacceptabele bijwerkingen bij de behandeling met een opioïd kan opioïdrotatie toegepast worden. In de richtlijn Pijn bij patiënten met kanker is de conversiefactor van oraal oxycodon : oraal hydromorfon gewijzigd (van 4:1 naar 3,3:1). Daarnaast zijn de conversiefactoren oraal morfine : oraal tramadol en oraal morfine : tapentadol toegevoegd.1
Maak bij opioïdrotatie gebruik van de volgende conversiefactoren om de equianalgetische (equipotente of equivalente) dosering van het andere opioïd te berekenen.¹
oraal morfine : oraal oxycodon | 1,5 : 1 |
oraal morfine : oraal hydromorfon | 5 : 1 |
oraal morfine : transdermaal fentanyl | 100 : 1 |
oraal morfine : transdermaal buprenorfine | 100 : 1 |
oraal morfine : oraal methadon | variabel tussen 5 : 1 en 10 : 1 |
oraal oxycodon : oraal hydromorfon | 3,3 : 1 |
oraal morfine : oraal tapentadol | 1 : 2,5 |
oraal morfine : oraal tramadol | 1 : 10 |
60 mg oraal morfine/dag komt dan overeen met:
- 25 ug/uur transdermaal fentanyl;
- 33 ug/uur transdermaal buprenorfine;
- 40 mg oxycodon/24 uur p.o.;
- 12 mg hydromorfon/24 uur p.o.;
- 6-12 mg methadon/24 uur p.o.;
- 150 mg tapentadol /24 uur p.o. ¹